De levensuur van opblaasbare reddingsvesten is beperkt, omdat het materiaal op den duur verouderd. De levensduur van opblaasbare reddingvesten is in de regel op 10 jaar gesteld. Uitgangspunt  voor de 10 jarige termijn is wel dat het vest om de twee jaar gekeurd c.q. nagekeken wordt. Deze keuringsinterval wordt voor reddingsvesten, die in de watersport gebruikt worden, ten zeerste aanbevolen.

De officiële keuring moet gedaan worden door een gecertificeerde firma. De uitgevoerde keuring  wordt d.m.v. een FSR sticker gedocumenteerd, die zowel de volgende keuringsdatum, als het keuringsstation vermeld. Bij beroeps en industrieel gebruik kan de keuringsinterval afhankelijk van de inzet en gebruiksintensiteit van het vest aanzienlijk beperkt worden. Beslissingen hierover worden gemaakt tussen verkoper en de gebruiker. Een 2-jarige keuring, door een keuringsstation, kan in de regel alleen binnen de 9 jaar na fabricage datum plaatsvinden. Na een ouderdom van 9 jaar kan een gecertificeerd keuringsstation alleen één keuring verrichten van 1 jaar.

 

De laatste sticker kan een reddingvest, bij een keuring verstrekt worden, bij een ouderdom van 14 jaar. Vanaf een ouderdom van tien jaar kan het zijn dat een reddingvest op veiligheidsgronden afgekeurd moet worden. Een beslissende grond hiervoor is, dat weefsel voorzien van een kunststof laag en plastic onderdelen met voortgaande ouderdom gevaar kunnen lopen te verouderen of in te scheuren. Hierbij kan de dichtheid van het drijflichaam niet meer worden gegarandeerd. Verschijnselen van veroudering door invloeden van het milieu kunnen ook bij alle andere componenten van het vest, bijvoorbeeld de activeringsautomaat tot problemen leiden.